nieuws

Jeugd laarzen en schoenen
31 mei 2018Jeugd Nieuws, Preventie en zorg

Kamerbrief onderzoek ondersteuningsbehoefte jonge moeders

Minister De Jonge en staatssecretaris Blokhuis (beiden VWS) informeren de Tweede Kamer over de uitkomsten van een onderzoek naar de zorgvraag van (zeer) jonge moeders en welke zorg voor hen beschikbaar is. Het is een uitgave van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. 

Het onderzoek richt zich op twee vragen:

  1. waaruit bestaat de zorgvraag onder tienermoeders en jonge moeders?;
  2. welke zorg is beschikbaar voor deze moeders en hoe sluit deze aan op hun zorgvragen?

De resultaten zijn gebaseerd op gesprekken met jonge moeders (34) en hulpverleners (32) tussen september 2017 en januari 2018. Het onderzoek richt zich dus specifiek op moeders, maar de aanbevelingen kunnen ook voor de andere ouder relevant zijn. 

Uit het onderzoek komt naar voren dat een deel van de jonge moeders met een complex web van zorgen kampt en uiteenlopende zorgvragen heeft. Zij zijn hierdoor kwetsbaar. De vragen die ze hebben zijn zowel praktisch als relationeel van aard: huisvesting, financiën, de verzorging van het kind, eventueel in combinatie met werk en studie, maar ook vragen die betrekking hebben op identiteitsontwikkeling, participatie en inbedding in informele netwerken. Deze praktische en relationele zorgvragen hangen vaak sterk met elkaar samen. 

Aanbevelingen

Deze uitkomsten leiden tot een 4-tal aanbevelingen:

  • Stimuleer interregionale samenwerking
  • Verlaag drempels tot zorg en regelingen
  • Overvraag het informele netwerk niet en biedt een relationeel zorgaanbod
  • Voorzie in materiële en praktische basisbehoeften ten aanzien van huisvesting, financiën en scholing
     

Reactie bewindslieden

De minister en staatssecretaris laten in hun brief weten dat het onderzoeksrapport van de Hogeschool Utrecht een goed beeld geeft van de complexiteit van de situatie waarin een deel van de jonge moeders terecht komt. De onderzoekers doen waardevolle aanbevelingen om het zorgaanbod beter aan te laten sluiten op de behoeften van jonge moeders. Veel van de aanbevelingen zijn gericht op gemeenten en zorgaanbieders. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het organiseren van voldoende en adequaat zorgaanbod en kunnen dus hun voordeel doen met deze aanbevelingen. Zij brengen het onderzoek daarom onder de aandacht van gemeenten. 

Met name op het gebied van interregionale samenwerking en het vergroten van de kennis van (gemeentelijke)professionals, zien zij ook een rol voor VWS weggelegd. Er zijn al veel goede voorbeelden van gemeenten die inspelen op de behoeften van jonge moeders bijvoorbeeld door het verlagen van drempels tot zorg en regelingen. Ze vinden het belangrijk dat gemeenten deze kennis aangereikt krijgen en indien mogelijk de juiste ondersteuning krijgen.

De minister van VWS zal hierop terugkomen in het programma Kansrijke start. Dit programma wordt voor de zomer van dit jaar naar de Tweede Kamer gestuurd. 

Daarnaast zal bij de inzet van de middelen die in het regeerakkoord gereserveerd zijn voor de preventie van en ondersteuning bij onbedoelde (tiener)zwangerschappen, aandacht zijn voor de uitkomsten en aanbevelingen van dit rapport. 

Bron: Rijksoverheid, mei 2018

Laatste nieuws