Jaarlijks verliezen 350 kinderen een ouder, broer of zus door zelfdoding en hebben daarna een verhoogde kans op gecompliceerde rouw, depressie en angststoornissen. Indigo deed onderzoek naar methoden om nabestaande kinderen te bereiken na zelfdoding van een gezinslid en maakte een handreiking met handvatten voor nazorg voor ouders en hun kinderen.
Jaarlijks verliezen 350 kinderen een ouder, broer of zus door zelfdoding en hebben daarna een verhoogde kans op gecompliceerde rouw, depressie en angststoornissen. Indigo deed onderzoek naar methoden om nabestaande kinderen te bereiken na zelfdoding van een gezinslid en maakte een handreiking met handvatten voor nazorg voor ouders en hun kinderen.
Groot risico
In 90% van de gevallen van suïcide is sprake van een psychiatrische stoornis. De kans dat kinderen die een ouder verloren door suïcide hiermee te maken hadden is groot. Wanneer we deze informatie combineren met het gegeven dat kinderen van ouders met psychiatrische problematiek een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen een psychiatrische stoornis is het wenselijk om nazorg te organiseren voor jonge nabestaanden. Die is gericht op het verkleinen van het risico op gecompliceerde rouw en het verhogen van de veerkracht van nabestaanden en hen te helpen in een gezond rouwproces terecht te komen.
Kleuter
Kleuters vanaf een jaar of 4 kennen het verschil tussen leven en dood, maar ze begrijpen nog niet het definitieve karakter van dood. Kleuters denken vaak dat leven en dood elkaar afwisselen.
Prevalentie
Volgens de cijfers van het Trimbos instituut (M. Bool e.a. 2007) hebben in Nederland 1.6 miljoen kinderen jonger dan 22 jaar te maken met psychiatrische problemen van hun ouders. Dat is 38,5% van de Nederlandse kinderen. Deze kinderen worden ook wel KOPP kinderen genoemd.
Steun voor ouders en kinderen na zelfdoding van een gezinslid