Het DMO-protocol helpt consultatiebureaus om risico's op sociaal-emotionele problemen op te sporen. Dat blijkt uit onderzoek waarop Margriet Hielkema op 20 mei 2015 promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het DMO-protocol helpt consultatiebureaus om risico's op sociaal-emotionele problemen op te sporen. Dat blijkt uit onderzoek waarop Margriet Hielkema op 20 mei 2015 promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het DMO-protocol is een gespreksprotocol gericht op gezins- en omgevingsfactoren die de psychosociale ontwikkeling van jonge kinderen beïnvloeden. Het protocol is ontwikkeld in opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van Amsterdam.
Hielkema vergeleek de resultaten van consultatiebureaus in Drenthe die werken met het DMO-protocol met die van consultatiebureaus binnen dezelfde organisatie waar het protocol nog niet is ingevoerd. In de DMO-regio's werden iets meer risico's opgespoord dan in de controleregio. Ook signaleerden de DMO-consultatiebureaus de risico's eerder. Het psychosociaal welbevinden van kinderen van 18 maanden was echter in beide groepen even groot.
Ouders in de DMO-regio zijn tevredener over de manier waarop de zorg aansluit op hun wensen. In de mate waarin ouders zich vrij voelen om hun zorgen te bespreken op het consultatiebureau is tussen beide regio's nauwelijks verschil.
Bron: NJi
Rijksuniversiteit Groningen