Op 22 januari 2014 promoveerde Jolien Rijlaarsdam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift ‘De sociale positie en emotionele en gedragsproblemen van het kind: De thuisomgeving in Nederland’. Zij ontdekte een relatie tussen de speel- en leeromgeving en emotionele problemen bij jonge kinderen.
Op 22 januari 2014 promoveerde Jolien Rijlaarsdam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift ‘De sociale positie en emotionele en gedragsproblemen van het kind: De thuisomgeving in Nederland’. Zij ontdekte een relatie tussen de speel- en leeromgeving en emotionele problemen bij jonge kinderen.
Thuisomgeving
Kinderen die in hun eerste levensmaanden geen speelgoed hebben dat bij hun leeftijd past, hebben als peuter meer kans op emotionele problemen. Kinderen maken in hun eerste levensjaren belangrijke emotionele, cognitieve en sociale ontwikkelingen door. De thuisomgeving speelt hierin een cruciale rol. Jolien Rijlaarsdam onderzocht in hoeverre de kenmerken van de thuisomgeving van invloed zijn op de emotionele ontwikkeling van jonge kinderen. Zij ontdekte dat kinderen die in hun eerste levensmaanden geen speelgoed hadden dat bij hun leeftijd paste, op zowel 1,5 als op 3-jarige leeftijd meer emotionele problemen hadden. ‘Deze peuters waren angstiger, meer teruggetrokken of somberder dan leeftijdsgenootjes die dit speelgoed als baby wel binnen handbereik hadden’, zegt Jolien Rijlaarsdam. Hier vindt u haar proefschrift.
Observaties
Spelen met speelgoed stimuleert kinderen tot onderzoeken en interactie met anderen. Jolien Rijlaarsdam: ‘Voor dit onderzoek werden baby's van gemiddeld 3 maanden jong thuis bezocht. Tijdens dit bezoek werd geobserveerd of baby's een eigen plekje hadden zoals een box of deken. Ook werd bekeken in hoeverre een knuffel, een rammelaar en speelgoed met geluid bij de baby in de buurt lagen om ermee te spelen. Dit speelgoed sluit aan bij de ontwikkeling van zeer jonge kinderen. Toen de kinderen 1,5 en 3 jaar oud waren, vulden de ouders vragenlijsten in over de emoties en gedragingen van hun kinderen. Ik vond een duidelijk verband tussen een minder optimale speel- en leeromgeving tijdens de eerste levensmaanden en meer emotionele problemen op de peuterleeftijd’.