Werken met de EPDS-10 maakt de weg vrij voor een gesprek tussen jeugdverpleegkundige en de moeder over een postpartum depressie. De jeugdverpleegkundigen krijgen op deze manier inzicht in de situatie van de moeder, bespreken de uitkomsten met moeder en zetten extra hulp in.
Werken met de EPDS-10 maakt de weg vrij voor een gesprek tussen jeugdverpleegkundige en de moeder over een postpartum depressie. De jeugdverpleegkundigen krijgen op deze manier inzicht in de situatie van de moeder, bespreken de uitkomsten met moeder en zetten extra hulp in.
Vera van der Beek schreef een bachelorthesis voor haar opleiding Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Twente. Ze deed onderzoek naar het professioneel verpleegkundig handelen van jeugdverpleegkundigen bij het afleggen van huisbezoeken ter signalering van postpartum depressie. De belangrijkste bevinding uit de interviews is dat de jeugdverpleegkundigen werken via een methodiek van (1) gegevensverzameling, (2) zorgvraag vaststellen, (3) vervolgstappen bepalen (actie) en (4) evaluatie blijken te handelen. De huisbezoeken dragen bij aan een completer beeld of beter overzicht van de situatie waarin de moeder verkeert.
Vera van der Beek concludeert dat de gevonden onderdelen uit de wetenschappelijke literatuur in sterke mate overeenkomen met de resultaten uit de interviews. Voor de risico inschatting ligt een besluitvormingsmodel ten grondslag en wordt het Balansmodel van Bakker (1998) veel in de JGZ toegepast.
Postpartumdepressie
Een postpartum depressie is een stemmingsstoornis waarbij de depressieve episodes in veel gevallen binnen vier weken na de bevalling optreden. Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 22.000 vrouwen, oftewel 1 op de 10 vrouwen die bevallen zijn, een postpartum depressie. Moeders met een postpartum depressie zijn doorgaans minder sensitief en affectief richting het kind. Dit kan resulteren in een verstoorde hechting tussen moeder en kind, wat weer negatieve gevolgen heeft voor de verdere ontwikkeling van het kind.
Werken met EPDS-10
Bij de GGD Twente vindt sinds 2008 signalering op deze aandoening plaats door middel van de Edinburgh Postnatal Depression Scale (EPDS-10). Deze vragenlijst wordt overigens ook bij enkele andere JGZ organisaties gebruikt. Bij een enigszins verhoogde score (de twijfelgevallen), kan de jeugdverpleegkundige op huisbezoek gaan om na te gaan wat er met moeder aan de hand is en waar nodig passende hulp te bieden. Jeugdverpleeegkundigen vinden dat ze voldoende competent zijn voor het uitvoeren van de huisbezoeken.