Overgewicht heeft consequenties voor de gezondheid van een vrouw en het verloop van haar zwangerschap, maar kan ook effect hebben op de latere gezondheid van haar kinderen. Ook weten we dat de groei van de zuigeling effect kan hebben op de latere gezondheid, zo blijkt uit een langlopend Amsterdams onderzoek onder 8000 kinderen.
Overgewicht heeft consequenties voor de gezondheid van een vrouw en het verloop van haar zwangerschap, maar kan ook effect hebben op de latere gezondheid van haar kinderen. Ook weten we dat de groei van de zuigeling effect kan hebben op de latere gezondheid, zo blijkt uit een langlopend Amsterdams onderzoek onder 8000 kinderen.
Snelle groei; flesvoeding
Snel groeiende zuigelingen (die naar een hogere groeicurve afbuigen) hebben vaker overgewicht als kind en volwassene dan een zuigeling die op een normaal tempo groeit en daarmee zijn/haar eigen groeicurve volgt. Bovendien is bekend dat vrouwen met overgewicht minder vaak exclusief borstvoeding geven, terwijl zuigelingen die exclusief borstvoeding krijgen langzamer groeien dan zuigelingen die flesvoeding krijgen.
Ander effect
Kinderen van moeders met obesitas voor de zwangerschap hebben een hogere kans om vroegtijdig te overlijden als volwassene dan kinderen van moeders zonder obesitas voor de zwangerschap.
Onderzoek in ABCD-studie
Binnen de ABCD-studie, een langlopende Amsterdamse onderzoek naar de gezondheid van 8.000 kinderen van verschillende etnische afkomst, is onderzocht of de body mass index (BMI) van de moeder voor de zwangerschap (pBMI) én de vroege groei van de zuigeling tussen de 1 en 3 maanden geassocieerd waren met de volgende metabole uitkomsten: middelomtrek-lengte ratio (WHtR), bloeddruk, lipiden- en glucosewaarden van het kind op 5-6 jarige leeftijd.
Relaties aanwezig
Er is gevonden dat de pBMI van de moeder geassocieerd was met hogere WHtR (waist-to-height ratio), systole bloeddruk, diastole bloeddruk en een clustering van alle metabole factoren. De groei van de zuigeling was, onafhankelijk van de pBMI van de moeder, geassocieerd met WHtR, glucose en de geclusterde metabole factoren. Een combinatie van een hogere pBMI van de moeder en versnelde groei van de zuigeling zorgde voor de slechtste uitkomsten op 5-6 jarige leeftijd.
Voor de conceptie en na de bevalling
Doordat er gevonden is dat beide perioden, zowel preconceptie als postnataal, onafhankelijk bijdragen aan minder gunstige uitkomsten op 5-6 jarige leeftijd, zijn er twee tijdsperioden waarop interventies gericht zouden kunnen worden. Het bereiken van een zo gezond mogelijke gewicht voor (een volgende) zwangerschap is dus erg van belang. Hier kan al aandacht aan worden geschonken tijdens de controles van de huidige zwangerschap en bezoeken aan het consultatiebureau. Ook het langer geven van exclusieve borstvoeding zou, zeker bij vrouwen met overgewicht, gestimuleerd kunnen worden.
Publicatie en informatie
U kunt het artikel via Pubmed hier terugvinden.
Meer info over de ABCD-studie vindt u hier.