11 november 2014Preventie en zorg

Meestal onderliggende oorzaak bij epilepsie na vaccinatie

Bij tweederde van de kinderen die na een vaccinatie epilepsie ontwikkelt, wordt binnen 10 jaar een genetische of structurele aandoening ontdekt. Het gaat om een zeer kleine minderheid van 26 kinderen op de ruim 1,9 miljoen zuigelingen die in de periode 1997-2006 deelnamen aan het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma (RVP). 

Onderzoek

Bovenstaande conclusie blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door Nienke Verbeek en collega’s van het UMC Utrecht en het RIVM. Zij hebben dit bepaald aan de hand van de gemelde bijwerkingen van het RVP en de medische gegevens van 990 kinderen die binnen een kritische periode na een inenting een insult doormaakten (Pediatrics. 2014;134:658-66). Van deze kinderen kregen er 26 de diagnose ‘epilepsie’. Bij 23 van hen waren uitgebreide medische gegevens beschikbaar.

Verbeek en collega’s onderscheidden 3 groepen kinderen. Bij de eerste groep van 3 kinderen (13%) bleek al vóór het 1e insult een ontwikkelingsachterstand te zijn vastgesteld. 12 kinderen (52%) ontwikkelden een epileptische encefalopathie met moeilijk behandelbare insulten en hadden daarbij veelal een ontwikkelingsachterstand. Bij 10 van hen werd een onderliggende oorzaak gevonden: 8 kinderen bleken het Dravet-syndroom te hebben. 8 kinderen (35%) hadden een milde vorm van epilepsie, zonder gevolgen voor de ontwikkeling. 7 van hen waren op gemiddeld 10-jarige leeftijd – aan het einde van de follow-up aanvalsvrij zonder medicatie.

In totaal werd bij 15 van de 23 kinderen een onderliggende genetische of structurele oorzaak gevonden. De conclusie dat dit bij de meeste kinderen met epilepsie na vaccinatie het geval is, is volgens Verbeek en collega’s goed voor het publieke vertrouwen in het RVP. 

Artikel

Meestal onderliggende oorzaak bij epilepsie na vaccinatie 

Bron: NTVG

_DEF_ActiZ jeugd FC = voor normaal gebruik

ActiZ Jeugd