JGD-Preventie en zorg

Depressiepreventie: gerichte aanpak voor risicogroepen

Depressie vormt een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. Ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren is de incidentie van depressie niet verminderd. Het Trimbos-instituut heeft in opdracht van het ministerie van VWS een Strategische verkenning Depressiepreventie opgesteld. In deze publicatie wordt een gerichte aanpak verkend voor risicogroepen waaronder pas bevallen moeders en jongeren.

Pas bevallen moeders

Postpartum depressie is de meest voorkomende complicatie in de postnatale zorg en kan verreikende gevolgen hebben voor de moeder, het kind en het gezin. Door postpartum depressie gaan in Nederland jaarlijks naar schatting 5.553 gezonde levensjaren verloren.

Aanbevelingen:

  • Een verminderd aantal postpartum depressies lijkt haalbaar, wanneer preventieve activiteiten duurzaam geïntegreerd worden in de pre- en postnatale zorg voor moeder en kind. Daarvoor is signalering, informatieoverdracht en uitvoering van preventie in samenhang nodig. De werkwijze zal moeten passen in het dagelijkse werk van de betrokken zorgverleners.
  • Verbeteren van de herkenning van een beginnende postpartum depressie is nodig
  • Mogelijk kan bij de signalering van een beginnende postpartum depressie gebruik worden gemaakt van de EPDS (screeningsinstrument; Edinburgh Postnatal Depression Scale)
  • Ontwikkeling en implementatie van een communicatieprotocol zal de informatieoverdracht tussen zorgverleners (ketenpartners) in de pre- en postnatale zorg verbeteren.
  • Keuze uit een beperkt aantal effectieve interventies ter preventie van postpartum depressie zal de haalbaarheid van het doel vergroten (bijvoorbeeld Stevig Ouderschap)
  • Wanneer een pas bevallen moeder een depressie heeft, dan is de interventie ‘Ouder-Baby Interventie’ geschikt.

Jongeren

Depressie is een veel voorkomende psychische stoornis onder jongeren, waarvan de prevalentie toeneemt in de adolescentie. Op 19-jarige leeftijd heeft 20-25% van de jongeren een depressieve episode doorgemaakt. Uit onderzoek blijkt dat de afname in depressie het grootst is (vooral bij meisjes) voor schoolprogramma’s die universele en geïndiceerde elementen combineren (aandacht voor risicogroepen), een korte duur hebben, huiswerkopdrachten bevatten, een positieve insteek hebben, en uitgevoerd worden door professionals zoals een JGZ- professional.

Aanbevelingen:

  • Een verminderd aantal depressies onder VMBO-leerlingen en KOPP/KVO-kinderen lijkt haalbaar, wanneer preventieve activiteiten duurzaam geïntegreerd worden in de schoolsetting. Daarvoor is signalering, toeleiding en uitvoering van preventie in samenhang nodig. De werkwijze zal moeten passen in het dagelijkse werk van de betrokken professionals.
  • Er ligt een taak voor docenten en mentoren, maar gezien hun volle takenpakket en de specifieke deskundigheid die nodig is om depressieve klachten bij jongeren te signaleren, is het nodig om JGZ-professionals in de schoolsetting structureel te betrekken bij signalering en doorverwijzing.
  • Docenten, mentoren en JGZ-professionals moeten getraind worden in het leren herkennen en bespreekbaar maken van depressieve klachten en depressie. Keuze uit een beperkt aantal effectieve interventies voor signalering en toeleiding/doorverwijzing zal de haalbaarheid van het doel vergroten.
  • Het vignet Gezonde School omvat verschillende gezondheidsthema’s waar scholen mee aan de slag kunnen gaan. “Sociaal-emotionele ontwikkeling” is er daar een van en richt zich op onder andere psychische problemen. Interventies die zich richten op depressiepreventie (van signalering tot uitvoering) kunnen hier in ondergebracht worden en daarmee onderdeel worden van een groter geheel dat zich richt op de algehele gezondheid van jongeren. 

Bron: Trimbos

_DEF_ActiZ jeugd FC = voor normaal gebruik

ActiZ Jeugd