Het onderzoek ‘In goede handen’ gaat over de overwegingen van migrantenouders om hun kind bewust niet te laten deelnemen aan VVE.
Het onderzoek ‘In goede handen’ gaat over de overwegingen van ouders om hun kind bewust niet te laten deelnemen aan VVE. Het onderzoek over keuzen van migrantenouders rond voorschoolse educatie is uitgevoerd door het Verwey-Jonker instituut in opdracht van Forum en de Bernard van Leerfoundation.
Algemene indruk
Aandachtspunt in het onderzoekwas vooral de werving van de moeders. Hierin is veel tijd gestoken. Er zijn vooral Marokkaanse moeders bereikt. De Turkse groep bleek wat meer gesloten te zijn en soms moeilijker te benaderen.
- Opvallende belemmering mbt de werving: VVE heeft al met al toch een groot bereik: veel contactpersonen die werden ingeschakeld, met goede netwerken in Turkse en Marokkaanse kring, slaagden er nauwelijks in gezinnen te vinden die hun kinderen niet naar een voorschoolse voorziening hadden gestuurd.
- Er zijn in totaal 38 moeders bereikt: (25 MN, 7 TN, 2 SomNed., 3 overig niet –westers en 1 Nederlandse moeder).
- Moeders: met name op MBO niveau (25) en laagopgeleid (10).
- Enkele moeders uit streng orthodoxe moslimgezinnen.
- Meeste moeders geen betaald werk.
- Geografische spreiding: Amsterdam, Eindhoven, Assendelft, Utrecht, Alkmaar, Barendrecht, Rotterdam, Almere, Soest, Vlijmen, Vleuten, Halfweg, Lelystad en Weesp.
Redenen voor niet-deelname aan VVE
- Belangrijkste reden: geen opvangvoorziening nodig (meeste moeders werken niet en kinderen kunnen bij familie terecht).
- Moeders hebben twijfels over kwaliteit of meerwaarde ervan of vinden het fijn hun kinderen zelf te kunnen opvoeden.
- Praktische overwegingen: moeders zouden wellicht wel van opvang gebruik maken als voorzieningen dichter in de buurt waren, minder duur waren of als de uren beter meer aansloten bij hun werktijden.
- Er zijn moeders die als voorwaarde noemen dat voorzieningen meer zouden moeten aansluiten bij hun wensen over de opvoeding van hun jonge kinderen (normen en waarden, religieuze aangelegenheden). Minderheid van de moeders geeft aan dat het opvoedklimaat en de daar geldende normen en waarden niet voldoende aansluiten of zelfs botsen met de zaken die zij belangrijk vinden (zaken verbonden met religie (islam).
- Concentratie van kinderen uit achterstandssituaties
In het onderzoek worden de volgende subgroepen van moeders genoemd
- Moeders die nooit gebruik (zeggen te) maken van VVE. Deze moeders blijven bewust thuis voor de kinderen: sterke moederschapsideologie.
- Moeders die wel positief er tegenover staan maar er vanwege omstandigheden geen gebruik van maken (te kostbaar, tijden en locatie van het aanbod passen niet).
- Moeders die door de partner/familie in isolement leven: zij mogen hun kinderen niet laten deelnemen aan VVE.
- Moeders die bezwaar hebben tegen onderdelen van het VVE-aanbod: zoals de kwaliteit van de begeleiders, de groepsgrootte of de concentratie van achterstandskinderen.
Wat weten moeders van de functie van VVE?
- De meeste moeders blijken te weten dat voorschoolse voorzieningen zoals het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal bestaan. KDV zijn er voor moeders die werken, psz voor kinderen ter voorbereiding op school. Een breed gedeelde opvatting van de moeders: belangrijk dat jonge kinderen veel tijd met hun moeder of familie doorbrengen. Moeders vinden dat zijzelf thuis de kinderen ook woordjes e.d. kunnen leren. Het op jonge leeftijd leren van de Nederlandse taal is geen belangrijke reden om wel van dit soort voorzieningen gebruik te willen maken.
Enkele aanbevelingen voor gemeenten
- Duidelijke beleidskaders en indicatiestelling voor VVE.
- Verbetering bereik: slechts de helft van de ouders bleek door het consultatiebureau te zijn voorgelicht over VVE. Naast CB kan communicatie over VVE ook worden gestimuleerd vanuit andere belangrijke vindplaatsen zoals scholen en moskeeën.
- Inzet van ambassadeurs uit eigen kring.
- Investeer in kennis over tweetaligheid (professionalisering toeleiders). Belangrijk dat toeleiders ouders goed kunnen uitleggen wat het belang is van verwerving van het Nederlands (naast de eigen taal) op jonge leeftijd en daarmee deelname aan VVE.
Bijlage
Onderzoek ‘In goede handen? Keuzen van migrantenouders rond voorschoolse educatie’
Bron: directie PG van VWS